Voor wie en met wie

Om ervoor te zorgen dat Flevolanders zo prettig mogelijk kunnen wonen in hun eigen omgeving, voert het programma Zorglandschap Wmo verschillende activiteiten uit. We nemen je graag mee in wat er zoal gebeurt. Daarnaast vinden we het belangrijk dat belanghebbenden in Flevoland kunnen meedenken, meepraten en meedoen. We leggen de aanleiding van het programma nog eens kort uit: voor wie doen we het en met wie?

Voor wie doen we het?

Het regionale Zorglandschap Wmo Flevoland richt zich op de ondersteuning van inwoners met een kwetsbaarheid en/of een ondersteuningsvraag door psychische problemen, verslaving, een lichte verstandelijke beperking en/of problemen door huiselijk geweld of kindermishandeling. Deze inwoners hebben vanwege hun kwetsbaarheid intensieve of (hoog)specialistische ondersteuning nodig, maar ze wonen niet per definitie in een instelling. Recent Flevolands onderzoek laat zien dat een deel van de inwoners in het huidige beschermd wonen op termijn kan uitstromen naar de wijk. Dit noemen we ambulantisering. We helpen mensen met een psychische kwetsbaarheid om zo veel mogelijk naar een normale leefsituatie te komen. Daarbij blijven ze zo veel mogelijk in hun eigen woonomgeving. Hun behoeften en mogelijkheden staan centraal. Dit vraagt een nieuwe manier van het bieden van zorg en ondersteuning voor deze mensen. 

Afzonderlijke gemeenten verantwoordelijk

Centrumgemeente Almere is - in samenwerking met de regio - op dit moment nog verantwoordelijk voor het opstellen van beleid en het besteden van de middelen voor zorg en ondersteuning aan zeer kwetsbare inwoners met ernstige psychische problemen. Op termijn krijgt elke afzonderlijke gemeente de verantwoordelijkheid voor het beschermd wonen. Later gebeurt naar verwachting hetzelfde met de maatschappelijke opvang. 

Om psychisch kwetsbare inwoners continuïteit van zorg en ondersteuning te bieden, zijn regionale afspraken nodig tussen de zes Flevolandse gemeenten. Deze afspraken maken de gemeenten binnen het Zorglandschap Wmo. Vervolgens vertalen ze deze naar lokale en regionale verantwoordelijkheden. Belangrijke partners binnen het programma zijn zorgaanbieders, woningcorporaties, cliëntorganisaties en -ondersteuners en natuurlijk cliënten en hun naasten zelf.